Spiral Dynamics & Integrale Theorie
De Integrale Theorie is – naast de waardesystemen en de veranderdynamiek – de derde fundamentele pijler van Spiral Dynamics Integral. Vanuit het SDi gedachtegoed gaan we ervan uit dat alle aspecten in onze leef- en werkomgeving een innerlijke (subjectieve waarden en drijfveren) en uiterlijke (objectief meetbaar gedrag en manifestaties) dimensie hebben, op zowel individueel als collectief niveau. Door de werkelijkheid vanuit deze vier dimensies te bekijken wordt het duidelijk dat ontwikkeling een integraal en samenhangend geheel is. De integrale theorie maakt als het ware een landkaart waarop men kan zien waar een mens of een organisatie ‘uithangt’ in hun ontwikkeling en waar men wel en geen aandacht aan besteedt en/of kan besteden. Het gebruik van de integrale theorie leert ons dat organisatieontwikkeling te allen tijde verbonden is met persoonlijke en intermenselijke ontwikkeling en dat groei en verandering van mens en organisatie telkens plaatsvindt in wisselwerking met de omgeving. Groot voordeel van de integrale theorie is dat het overzichtelijk, pragmatisch en makkelijk uit te leggen is. Lees hieronder meer.
Introductie Integrale Theorie
De Integrale Theorie is een allesomvattende theorie die ontwikkeld is door de Amerikaanse filosoof Ken Wilber en dat gebaseerd is op elementaire inzichten uit diverse grote kennistradities in de wereld. De basis van de integrale theorie wordt gevormd door het vier kwadrantenmodel (zie afbeelding hierboven). Het model geeft aan dat we onze werkelijkheid door een individuele, collectieve, subjectieve en/of objectieve ‘bril’ kunnen bekijken. Deze vier kwadranten weerspiegelen ieder afzonderlijk de werkelijkheid op hun eigen, unieke en waardevolle wijze. De kracht van het model zit ‘m in het feit dat alle kwadranten in ogenschouw moeten worden genomen om een compleet beeld van de werkelijkheid te hebben. Want als we de werkelijkheid slechts vanuit één kwadrant bekijken hebben we een incompleet beeld van de realiteit. Vaak is een probleem of oplossing in één kwadrant een resultante of aanleiding van een probleem of oplossing in een ander kwadrant dat tot op dat moment nog niet in ogenschouw werd genomen. Het besef dat alle kwadranten ertoe doen is waardevol om veranderprocessen en ontwikkeltrajecten te doorgronden en passende interventies te doen om tot het gewenste resultaat te komen. De Integrale Theorie maakt zo als het ware een landkaart waarop men kan zien waar mens of organisatie wel en geen aandacht aan besteden. Het maakt helder waarom dingen alleen maar lukken als alles mee mag doen.
Toepassing Integrale Theorie: een voorbeeld
Stel, het management van een ICT bedrijf wil dat haar medewerkers van een bepaalde afdeling meer competentiegericht gaan werken en meer ondernemerschap tonen in hun activiteiten. Deze gevraagde competenties, passend in een meer Oranje Waardesysteem, kunnen in het kwadrant rechtsboven worden geplaatst (individueel-objectief). Om de veranderwens te kunnen realiseren dient o.a. gekeken te worden of de gevraagde gedragsvariabelen wel passen binnen de huidige drijfveren van de werknemers (kwadrant linksboven: individueel-subjectief). Indien er weinig tot geen Oranje drijfveren onder werknemers aanwezig zijn, zal dit een moeizaam proces kunnen worden en dient men dus in eerste instantie het Oranje waardesysteem in de werknemers te activeren. Als er daarnaast ook nog een dominante Paarse groepscultuur heerst (kwadrant linksonder: collectief-subjectief) en de organisatiestromen voornamelijk Blauw (kwadrant rechtsonder: collectief: objectief) zijn ingericht, kan men zich voorstellen dat een relatief simpele ontwikkelbehoefte in een enkel kwadrant vele gevolgen kan hebben in de praktische uitwerking, als gevolg van ontwikkelingen aanwezig in andere kwadranten.
Verdieping Integrale Theorie
De Integrale Theorie (AQAL – All Quadrants, All Levels, All Lines, All States, All Types, zoals deze volledig genoemd wordt) kent een horizontale en verticale benadering, De kwadranten (All Quadrants) vormen het basis van de horizontale as van de Integrale Theorie. Binnen de kwadranten is een verticale opbouw van niveaus, lijnen, staten en typen op ontwikkeling in kaart te brengen. Het valt buiten de scope van deze website om deze allen in detail uit te leggen. Wel lichten we hieronder deze vier categorieën toe. Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen we graag naar de boeken, artikelen, websites en passende filmpjes over integrale theorie. Speciaal aanbevolen artikelen over de Integrale Theorie zijn het artikel van Integral Naked en het artikel van Sean Esbjörn-Hargens.
Mensen ontwikkelen zich stapsgewijs (in stadia) van het ene niveau naar het volgende niveau van ontwikkeling. Het niveau dat ment bereikt heeft een blijvend karakter. Wanneer men zich eenmaal een bepaalde ontwikkeling – zeg lezen en schrijven – heeft eigen gemaakt, raakt men die in normale omstandigheden niet meer kwijt. In combinatie met Waardesystemen laat deze ontwikkeling zich zien als het bewustzijn van een bepaald Waardesysteem, waarbij bijvoorbeeld een persoon zich in zijn veranderende omgeving aanpast en van een dominant Oranje Waardesysteem, na ervaring van disharmonie, een dominant Groen Waardesysteem als primaire kijk op de omgeving ontwikkelt.
Lijnen refereren aan de verschillende gebieden waarop een mens zich ontwikkelt. Voorbeelden hiervan zijn cognitief, emotioneel, spiritueel, fysiek, relationeel, moreel, etc. Sommige mensen zijn bijvoorbeeld cognitief erg goed ontwikkeld, maar minder bekwaam in het omgaan met, en het uiten van emoties. In de diverse Waardesystemen zie je soms een voorkeur voor bepaalde lijnen naar boven komen. Alle lijnen zijn in alle Waardesystemen essentieel, echter het systeem zal in relatie tot de context, bepaalde lijnen verkiezen boven andere als waardering van succesvolle aanpassing.
Staten verwijzen naar het bewustzijn en de staat van zijn waarin iemand verkeert. Voorbeelden hiervan zijn de staten van wakker zijn, slapen of dromen. De verschillende staten zijn als het ware verschillende werelden om in te vertoeven. De manier waarop we het grootste deel van onze tijd naar de wereld kijken is ook een staat van zijn. Zo ziet het merendeel van de (westerse) mensheid de wereld als een concreet gebeuren waarin je dingen vast kunt pakken en uitspraken letterlijk kunt interpreteren. Mensen kennen daarnaast echter ook andere staten. Staten van zijn waarin op subtiele wijze een andere werkelijkheid kan worden ervaren. Deze subtiele ervaringen worden ook wel piekervaringen genoemd. Piekervaringen zijn tijdelijk en geven mensen het vermogen om doorkijkjes (inzichten) te krijgen naar een niveau van bewustzijn dat tot dan toe onzichtbaar was. Het zijn tijdelijke staten van bewustzijn met inzichten die een helderheid hebben die voorbij gaat aan het eigen vertrouwde denken, voelen en doen. Via (langdurige) training, bijvoorbeeld door meditatie, kunnen deze tijdelijke staten van zijn getransformeerd worden tot permanente staten van zijn.
Typen zijn bepaalde kenmerken die aan de persoonlijkheid van iemand, een organisatie of een samenleving gekoppeld zijn. Ze blijven vaak constant in verschillende stadia van ontwikkeling. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld het onderscheid tussen masculien en feminien, Enneagram types, Jungiaanse Archetypen en ik- en wij-culturen. Typen zijn echter niet geheel statisch en zij kunnen zich – indien nodig – ook verder ontwikkelen naar een meer ‘gezonde’ manifestatie afgestemd op veranderende en/of nieuwe leefomstandigheden.